PUBLICATIES VAN MVJA


Terug naar overzicht

30-09-2021

Update: Zijn Uber-chauffeurs zelfstandigen of werknemers?

Update:
Bij de rechter
De rechtbank moet de volgende vragen beantwoorden:

1- Is de verhouding tussen Uber en de chauffeurs een arbeidsovereenkomst?
2- Zo ja, is de Cao Taxivervoer van toepassing en wat betekent dit verder voor de verschillende onderdelen van de vordering?

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Arbeid
De chauffeurs verrichten arbeid voor Uber, namelijk het vervoeren van passagiers via de Uber-app. De werkzaamheden zijn ook van toegevoegde waarde voor Uber, omdat zij een percentage van de ritprijs krijgt. Het verweer van Uber dat zij slechts een technologiebedrijf is dat een platform runt waarin vraag en aanbod bij elkaar komen, verwerpt de rechter.

De chauffeurs moeten akkoord gaan met de door Uber gestelde voorwaarden. Daaruit volgt dat zij een overeenkomst aangaan met Uber om vervoersdiensten aan te bieden. Deze diensten vormen bovendien de kern van de activiteiten van Uber.
Er is zelfs sprake van persoonlijke arbeid, omdat Uber door middel van een door de chauffeurs te nemen selfie controleert of zij de arbeid persoonlijk verrichten.

Loon
Loon is de overeengekomen tegenprestatie voor de verrichte arbeid. De chauffeurs ontvangen een vergoeding voor een taxirit. Uber betaalt de uiteindelijke ritprijs aan de chauffeur minus de servicekosten. De ritprijs vormt de beloning voor het vervoer van de passagiers.

Dat de passagiers de ritprijs aan Uber Pay betalen en dat Uber Pay het hun toekomende deel aan de chauffeurs betaalt, maakt dit niet anders. De benaming en vorm van uitbetaling zijn niet van belang.

Gezagsverhouding
In de hedendaagse, door technologie beheerste tijd heeft het criterium ‘gezag’ een meer indirect (vaak digitaal) controlerende invulling gekregen. In de verhouding tussen Uber en de chauffeurs is sprake van deze ‘moderne gezagsverhouding’.

De chauffeurs kunnen zich alleen bij Uber aanmelden via de Uber-app. Om taxirit uit te kunnen voeren moeten zij de voorwaarden van Uber voor het gebruik van de Uber-app (volledig) accepteren. Deze voorwaarden bepaalt en wijzigt Uber eenzijdig. De voorwaarden zijn niet onderhandelbaar en de chauffeurs kunnen een wijziging niet weigeren.

Het algoritme van de Uber-app bepaalt vervolgens op welke manier de ritten worden verdeeld en welke (door Uber gestelde) prioriteiten daarbij worden gesteld. De Uber-app bepaalt welke chauffeur een rit (als eerste) krijgt aangeboden. De chauffeurs hebben geen invloed op die ritprijs.

Er gaat een disciplinerende werking uit van de Uber-app. De chauffeurs worden immers via de app beoordeeld door middel van een rating, wat gevolgen kan hebben voor de toegang tot het platform en het aanbod van de ritten.

Hoewel de chauffeur een rit kan annuleren, leidt het regelmatig annuleren van een rit tot uitsluiting van het gebruik van de Uber-app. Bij driemaal weigeren van een aangeboden rit wordt de chauffeur automatisch uitgelogd en krijg hij geen ritten meer aangeboden.

Ten slotte is van belang dat Uber eenzijdig beslist over eventuele oplossing (zoals het aanpassen van de ritprijs) bij klachten van klanten.

De chauffeurs vallen dan ook onder het ‘modern werkgeversgezag’ van Uber.

Conclusie
De overeenkomsten tussen Uber en de chauffeurs moeten worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst.

Verder oordeelt de rechter dat partijen onder de werkingssfeer van de Cao Taxivervoer vallen. Dit heeft tot gevolg dat Uber de Cao Taxivervoer moet naleven tijdens de periodes dat die cao algemeen verbindend verklaard is (geweest).

Daarnaast moet Uber aan FNV een schadevergoeding van € 50.000,- betalen vanwege het niet nakomen van de Cao Taxivervoer.

In de praktijk
Op grond van artikel 7:610 BW is sprake van een arbeidsovereenkomst als kort gezegd sprake is van (persoonlijke) arbeid, loon en gezag. Of sprake is van een arbeidsovereenkomst moet je altijd beoordelen aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Daarbij is doorslaggevend welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen en in hoeverre ze daaraan feitelijk uitvoering hebben gegeven.

De rechtbank komt in deze zaak tot de conclusie dat alle elementen – arbeid, loon en gezag – aanwezig zijn en in dit geval ‘wezen’ gaat voor ‘schijn’.

De uitkomst van de zaak is belangrijk voor de discussie over schijnconstructies.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zijn de taxichauffeurs van Uber in loondienst of werken zij als zelfstandige op basis van een algoritme? Dat is de centrale vraag in een rechtszaak die FNV heeft aangespannen tegen Uber.

Taxi-cao van toepassing?
Afgelopen dinsdag stonden Uber en de FNV tegenover elkaar in de rechtszaal. Daar stelde de FNV dat Uber een Taxi-werkgever is. De FNV eist dat Uber de taxi-CAO toepast op haar chauffeurs en hen ook conform die cao (na)betaalt. Uber verweert zich met de stelling dat het bedrijf (slechts) een technologieplatform is, dat werkt met zelfstandige taxichauffeurs.

Volgens de FNV is niets minder waar en gedraagt Uber zich in de praktijk als werkgever. Het bedrijf bepaalt bijvoorbeeld de ritprijs, int dat geld (om het later aan de chauffeur uit te betalen) en deelt instructies uit, bijvoorbeeld over werkkleding.

Gezagsverhouding?
Uber stelt dat het bedrijf slechts de ritten verdeelt. Op het platform gelden wel enkele regels. Zo mag je een eenmaal aangenomen rit niet annuleren. Toch wijzen deze regels volgens Uber niet op werkgeverschap. Er is geen sprake van een gezagsverhouding (het kenmerk van een arbeidsovereenkomst), stelt het bedrijf.

Andere rechtszaken tegen platformen
De laatste jaren worden in verschillende landen rechtszaken gevoerd tegen zogenaamde platform-bedrijven, dat wil zeggen bedrijven die stellen dat zij werkenden koppelen aan een opdracht. De zaken draaien steeds om de vraag of sprake is van een schijnconstructie en de werkenden eigenlijk niet in dienst zijn bij de bedrijven. In dat laatste geval hebben de werkenden bijvoorbeeld recht op vakantiedagen en doorbetaling van het loon bij ziekte.

In februari van dit jaar oordeelde het Hof in Amsterdam nog dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Het is afwachten wat de rechter in deze zaak zal concluderen.

Ook in andere landen worden vergelijkbare rechtszaken gevoerd. Het Britse hooggerechtshof bepaalde in februari van dit jaar dat Uber-chauffeurs de status hebben van 'worker'. Hoewel dit niet gelijk is aan het Engelse werknemer-begrip, hebben de chauffeurs hierdoor nu wel recht op minimumloon, vakantiegeld en rustpauzes. De rechter doet op 30 augustus 2021 uitspraak in deze zaak, waarna een samenvatting zal worden geplaatst.



Terug naar overzicht




 
 
 
E-mailen
Bellen
Map
Info